De voormalige eigenaar van het failliete reisimperium Oad, de familie Ter Haar, kan fluiten naar de schadevergoeding die ze eiste van de Rabobank. De rechtbank in Utrecht veegde woensdag een eis van 65 miljoen euro van tafel.
Het uit 1924 stammende familiebedrijf Oad ging in september 2013 failliet. Het concern kampte met teruglopende inkomsten en schreef dit toe aan de slechte economische omstandigheden. Toen de afdeling Bijzonder Beheer van huisbank Rabobank uiteindelijk de kredietovereenkomst opzegde, viel de onderneming om. Volgens de familie Ter Haar was de kredietopzegging onnodig.
Rabobank eiste vlak voor het faillissement dat bestaande of nieuwe aandeelhouders 6,75 miljoen euro zouden inleggen. De enige aandeelhouder, de familie Ter Haar, wilde en kon niet meer inleggen dan 2,5 miljoen en verder bleek niemand bereid vóór de deadline geld te storten, zo bleek in april 2014 uit een reconstructie die Het Financieele Dagblad maakte.
Oad stond sinds de zomer van 2012 onder Bijzonder Beheer bij Rabobank, de hoofdfinancier van het bedrijf.
Schade faillissement
De totale schade van het faillissement wordt geraamd op 65 miljoen euro. De Stichting Garantiefonds Reisgeld (SGR) was 17 miljoen euro kwijt aan het schadeloosstellen van gedupeerde consumenten, het hoogste bedrag dat de organisatie ooit uitkeerde voor een omgevallen reisorganisatie.
Oad telde ongeveer 1.750 werknemers. Daarvan konden er zo’n 600 door het doorstartten van bepaalde bedrijfsonderdelen aan het werk blijven.
Dagvaarding Rabobank
De rechter kwam niet aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering toe omdat de Oad-aandeelhouders deze vordering niet kunnen instellen. Dat kan alleen de curator van de failliete organisatie, aldus de rechter. Van een uitzonderingspositie is volgens het oordeel van de rechtbank geen sprake.
Met de uitspraak van de rechter is de kous voor Rabo overigens nog niet af. Curatoren van Oad hebben al aangegeven Rabobank op termijn te zullen dagvaarden. De bank benadrukte woensdag dat daarmee nog niet is gezegd dat er daadwerkelijk fouten zijn gemaakt.
De bank stelde nogmaals zorgvuldig te hebben gehandeld en dat de aan Oad verstrekte financieringen op "passende gronden" zijn beëindigd.
Familie Ter Haar teleurgesteld
Een woordvoerder van de familie Ter Haar noemde het teleurstellend dat de rechtbank in Utrecht niet tot een inhoudelijk oordeel is gekomen. "Een gemiste kans", zei hij. Hij bestempelde de uitspraak verder als noodzakelijke tussenstap voor het verdere vervolg in het lastige dossier.
De aandeelhouders van Oad zullen nu eerst met de curatoren overleggen om te zien wat de mogelijkheden zijn. Afhankelijk van dat gesprek zal worden besloten of zij in hoger beroep zullen gaan.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl